Mr C.E.G. (Corry) van Oldenbeek-van Baalen
Personalia:
Geboren: | 1 juli 1916 te Batavia, Nederlands- Indië |
Jaar van aankomst: | 1935 |
Studie: | Indisch recht te Utrecht |
Qua Unitas: | Strigwaf 1935, NC 1936, Ab Actis SB 1937-1938 |
Burg.staat: | Gehuwd met mr. Karel van Oldenbeek (1915-1998) [1934] | Bijzonderheden:     |
Haar echtgenoot zat in de Senaat 1937-1938 en kreeg later landelijke bekendheid als hoofdofficier van justitie i.v.m. de beruchte Molukse treinkapingen in Drenthe in de jaren '70 |
Tempoe doeloe - mooi was die tijd!
Indië verloren, rampspoed geboren
Haar ouders, afkomstig uit Utrecht, zijn in 1912 geëmigreerd naar Nederlands-Indië,
als uw reporter over Indonesië spreekt, wordt ze boos. Haar vader beheerde een
behoorlijke meubelzaak annex groothandel. Hij zat tevens acht jaar in de
Volksraad in Indië, als een van de 25 Nederlanders uit heel Nederlands-Indië.
Deze Volksraad functioneerde als een soort Tweede Kamer van geheel
Nederlands-Indië. Die telde toen zestig leden. Zij was het tweede kind.
In Batavia bezocht Corry de chique meisjes HBS-B waar de later bekende auteur Hella Haasse
twee klassen lager zat. Ook vooraanstaande inlandse families mochten hun
kinderen - na ballotage- naar deze school sturen. Van 7.00 tot 13.00 uur gingen
de leerlingen naar de middelbare school. Daarna gingen de kinderen thuis warm
eten, waarna men een siësta hield. Corry moest erg wennen aan het feit dat er in
Nederland geen siësta werd gehouden; het liefst ging ze na de colleges thuis
rusten, opdat ze `s avonds op Symposion kon bijkomen.
Een van haar klasgenoten was een volle, voorname nicht van de sultan van Djokjakarta,
die de exotische titel de Soesoehoenan van Solo tot Soerakarta en de mooie naam
Paka Boewone X droeg. ( Toch wat anders dan de hoofden - inlandse
zelfbestuurders - van Lebak uit de Max Havelaar van Multatuli). `Die adellijke
"gravin" was een goede vriendin, een leuke meid vooral - we waren wel eens
jaloers op haar. Echter, toen ze het HBSeindexamen had gehaald, werd ze prompt
ongevraagd uitgehuwelijkt door oomlief aan Raden Aja, een andere sultan van een
nabijgelegen kraton’.
IJskast
Deze kwieke, kordate dame gaat wat te drinken halen "uit de ijskast". "Pardon
meneer," verbetert zij zichzelf, "Hier in Nederland moeten we natuurlijk gewoon
koelkast zeggen; ijskasten hadden we in Indië: echte kasten waar grote
blokken ijs voor werden rond gebracht."
Batavia, de hoofdstad van Nederlands-Indië (nu Djakarta, maar dat mag ik eigenlijk ook
niet zeggen), was een uitgestrekte stad in de jaren dertig met weinig hoogbouw.
Er waren twee HBSscholen. Corry ging naar de HBS van Carpentier Alting:
"Behoorlijk openbaar en heel duur." Zij moest veertig minuten fietsen van huis
naar school.
In 1927 kreeg ze in de Oost malaria - zo ernstig dat haar ouders haar naar het
moederland lieten repatriëren. Zo verloor ze twee schooljaren: voorjaar 1935
deed ze eindexamen. Vanwege de crisistijd werden de meisjes- en de jongens HBS
te Batavia in 1934 samengevoegd: "daar moest ik wel even aan wennen!"
Luistervinken en bediendes
Op Koninginnedag - dat was tot 1948 op 31 augustus: de verjaardag van koningin
Wilhelmina (1880-1962) - mochten alle nieuwe 18 jarigen uit de betere kringen
zich presenteren op een debutantenbal bij de gouverneur-generaal op Buitenzorg.
Na de officiële presentatie volgde een receptie met danspartij waar men elkaar
kon ontmoeten - Corry is twee keer uitgenodigd voor zo’n bal.
De eerste gouverneur-generaal die ze ontmoette, was jhr. mr. B.C. de Jonge
(1875- 1958), de hoogste man in de Oost 1931-1936[1],
een goede bekende van haar vader. De tweede gouverneur-generaal die ze leerde
kennen, was jhr. mr. A.W.L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer (1888-1978); hij
was de laatste gouverneur-generaal van Nederlands-Indië (1936-1942, toen de
Jappanners binnenvielen).
De vrouw van deze man deed haar best om de arme inlanders vooruit te helpen en om hen
enige beschaving bij te brengen. Zo ging zij de kampongs in waar deze mensen
woonden in eenvoudige huisjes van bamboe. Zij gaf opdracht om de rieten huisjes
af te breken en ze liet vervolgens stenen huizen bouwen - met de beste
bedoelingen analoog aan de ethische politiek die koningin Wilhelmina
voorstond en de toen heersende moderne emancipatiegedachte[2].
De inheemsen waren er echter niet zo blij mee. Ze mochten immers uit
veiligheidsoverwegingen niet meer in hun huizen koken (arang) op houtskool en:
"in stenen huizen kunnen we de buren niet meer horen!"
Thuis in Indië had de familie van Baalen zes full time bedienden. De leiding van het
huishouden was in handen van `djongos’: de hoofdman die ook - een hele eer- het
Nederlandse gezin (belanda) koffie en thee mocht inschenken. Hij begon elke dag
om zes uur `s ochtends met zijn werkzaamheden en vertrok `s avonds als laatste.
Om acht uur kwam ‘kokkie’, de baboe die eten ging kopen op de pasar dat vers uit
de dessa kwam. Elke dag werd de was gedaan door ‘wassos’ (de bedienden werden
echt zo aangesproken); `beddos’, ook wel het `middenmeisje’ genoemd, maakte het
huis schoon. De tuinman ontbrak, naast een all round baboe, ook niet. Elke dag
waren zij volledig en druk bezig in en rond huize Van Baalen.
Schemering
Opvallende verschillen tussen de kolonie Nederlands-Indië en het moederland Nederland waren
er legio. Zo was het in Batavia `s ochtends meteen licht en `s avonds ineens
donker, terwijl dat in Nederland (verder van de evenaar) veel trager ging.
Haar familie kwam uit Utrecht, dus de keuze qua stad was snel gemaakt. Qua studie was
het ook niet zo moeilijk: ze wilde Indisch recht gaan studeren om zo orde, gezag
en veiligheid in de gordel van smaragd te brengen. De keuze qua
studentenvereniging was ook niet moeilijk, aangezien ze UVSV te ouderwets en
veel te hiërarchisch vond. Haar oudere zus (1913) vertelde bovendien goede
verhalen over Unitas: zij studeerde in Utrecht tandheelkunde en werd in 1931
lid: "zij was gek op jongens en kon goed leren." Uiteindelijk is zij getrouwd
met een wat ouder lid van Unitas, die al tandarts was. Hij was geboren in 1891
en had de enerverende begintijd (1909-1915) nog meegemaakt toen Unitas S.R. werd
opgericht (19 november 1911) als opvolger van Het Bond.
Studeren in Utrecht - van je familie moet je het maar hebben
Corry huurde bij de jongste broer van haar vader, Elias van Baalen, aan de Kromme
Nieuwegracht een zit- slaapkamer met kost en inwoning. Elke maand maakte haar
vader geld over, zodat ze oomlief de huur - maar liefst 70 gulden per maand in
1938 - contant kon betalen. Aangezien door de Duitse bezetting normaal
betalingsverkeer niet meer mogelijk was, heeft ome Elias haar onverwachts de
huur opgezegd: "Nu is er geen garantie dat je de huur kunt betalen." Toen
vervolgens bleek dat oom een actieve NSBer was die graag gelaarsd en
geüniformeerd paradeerde met Musserts vrienden, was Corry blij dat ze daar weg was.
Ondertussen had ze wel dringend behoefte aan onderdak. Ergo, ze plaatste een
spoed-advertentie: `studente met hond zoekt kamer.’ Een aardige dame verhuurde
haar het souterrain van haar woning aan de F.C.Dondersstraat voor slechts 10
gulden per maand: "een hond in huis vond ze wel een veilig idee."
Unitas: "Ik was meer een doener dan een prater."
In oktober 1935 werd ze samen met Lyda van der Burg - die kon heel goed zingen - lid van
USR. In haar novitiaat ging het er gezellig aan toe. David (Daaf) Redeke, later
huisarts te Utrecht, - in de jaren dertig de zangleraar en dé toonaangevende
muzikale figuur op Symposion - was noviteiten-pa - mej. Hillen was novieten-ma.
Deze noviteitenouders zorgden voor een samenbindende, geïnteresseerde sfeer
waarin wel goede gesprekken gevoerd moesten worden door de novieten met
belangrijke ouderejaars zodat de nieuwelingen de USRgemeenschap goed leerden
kennen. Sommige Unitasleden gaven handtekeningen weg alsof ze filmsterren waren
- dat was natuurlijk ook weer niet de bedoeling. Was Daaf Redeke nadrukkelijk de
muzikale motor (1934- 1941) op Unitas, op illustratief gebied was dat Wim
Klaassen (USRlid vanaf 1932), die als humoristische sneltekenaar menig USRlid en
collegium vereeuwigd heeft op het papier[3].
Samen met Hetty Hiersch - studente farmacie, kroegdame USR - en Leen Istha - studente
Nederlands recht - organiseerde zij in de tweede helft van de jaren dertig
jarenlang elke vrijdagmiddag een theemiddag. Daar werd ( ook toen) wel wat
lacherig overgedaan. Vergeet u echter niet, waarde leden, dat de meeste
studenten in die tijd en zeker in de crisistijd heel weinig geld en
mogelijkheden ter verpozing hadden. Deze theemiddagen werden een doorslaand succes.
Paardrijden, fietsen en ab actis SB<
Haar organisatie-ideeën kon ze goed kwijt op Unitas. Ze was actief bij Pegasus,
de paardrijclub van USR. Ook was ze bestuurlijk actief voor de Wandel- fiets- en
reisclub (WFRC) die tot 1960 en zeker voor WO II een bloeiend bestaan leidde.
Begrijpelijk omdat veel studenten in het weekend niet naar huis konden gaan.
Corry organiseerde twee jaar lang fietstochten met daarna koffie/thee/cake,
voornamelijk naar Zeist. Mooie momenten om elkaar intiemer te ontmoeten. Zo
konden toen met weinig middelen toch leuke en leerzame activiteiten worden
ontplooid.
Als ab actis van het sociëteitsbestuur moest zij (1938- 1940) notulen maken van de
SBvergaderingen. Deze bijeenkomsten begonnen braaf om 21.30 uur met koffie. Deze
brave drank werd na een kwartier ingewisseld voor wat anders. Als gevolg van
bier en jenever werd het altijd erg gezellig, maar niet zo zakelijk; Corry dronk
liever sherry of rode bessen - daar wordt men volgens haar niet dronken van. Om
twee uur stopten de meeste SBvergaderingen. Opgevoed als plichtsgetrouw meisje
notuleerde zij alles nauwgezet. "Laat die minder functionele onderdelen maar weg
uit je verslag", zei de voorzitter. De ab actis: "Ja, maar jullie zwammen zo!"
De meisjes van de Gruyter
Eind jaren dertig was ongeveer tien procent van de USRleden vrouw. Elk jaar
bleven vier à vijf nieuwe meiden als lid hangen; dat was natuurlijk te weinig
voor een volwaardige jaarclub.
In sommige studentensteden, zoals Leiden en Tilburg, zijn de primaire verbanden verticaal:
men noemt deze disputen. In Utrecht zijn disputen verticale verbanden die vooral
inhoudelijk verschillen, bv. een juridisch dispuut of een zangvereniging.
Begrijpelijk dat in 1926 zestien vrouwelijke leden van Unitas een verticale
verband voor vrouwelijke leden oprichtte. Zij noemden het Strigwaf Cabgyat: de
zestien beginletters van hun voornaam. De dames hadden hun eigen kamer, de
Hemel, op de bovenste verdieping van Symposion. Tot in de jaren vijftig was deze
kamer echt Strigwaf-territorium, waar mannen als op Lesbos werden uitgestoten.
De ruwste heren daarentegen kwamen bijeen in de kelder, de Hel. Het mystieke
odium droeg er mede zorg voor dat vrouwen steeds serieuzer werden genomen op USR.
Een van de grootste landelijke supermarktketens was toen niet Albert Heijn maar De Gruyter.
De Gruyter probeerde klanten te lokken met de leus: `Tien gulden besteed? Dan
krijg je er één terug’. Aangezien tien procent van de USRleden toendertijd vrouw
was, werden zij in de jaren dertig regelmatig gekscherend `de meisjes van De
Gruyter’ genoemd, waarop een ondeugende manspersoon vroeg welke van de tien hij
dan gratis kreeg...
Indisch recht en indologie
De studie Indisch Recht mocht je gaan studeren met een HBSdiploma (vergelijkbaar
met een atheneum-diploma nu), voor de studie Nederlands Recht moest je voor de
Tweede Oorlog een gymnasium eindexamen met voldoendes voor Latijn én Grieks
hebben gehaald.Na de studie Indisch Recht kon je als rechter aan de slag in de
gordel smaragd. De studie Indologie - toch net wat anders dan Indisch Recht -
leidde je op tot hogere bestuurs-ambtenaren voor Nederlands-Indië. O.a. Conny
van de Cappelen, Rector Senatus 1940- 1941 studeerde Indologie.
De studies Indisch Recht en Indologie in Leiden waren ouder (1902) dan die in Utrecht. Daar
hing een vrijzinnige, om niet te zeggen socialistische sfeer; wie vond dat Indië
onafhankelijk moest worden, ging in Leiden studeren. In 1925 werden de studies
Indisch Recht en Indologie opgericht in Utrecht; daar hing een andere sfeer:
Nederlands-Indië en het moederland hadden elkaar nodig. Vooral de conservatieve
hoogleraar F.C. Gerretson ( 1884-1958) deed zijn best op polemische wijze over
de Leidse opleiding te schrijven. Deze prominente professor was ook een
invloedrijk dichter en een bekend politicus, zo zat hij voor de CHU in de Eerste
Kamer de Staten-Generaal.
Voor veel studenten was het een bewuste keuze of ze deze studie in Leiden dan wel Utrecht
ging studeren - eenzelfde verschil zag men bij Theologie. Zo was de vader van
Rector jhr. Conny van de Capellen een voorname resident in de Oost - het ware
ondenkbaar geweest dat hij in Leiden indologie was gaan studeren.
De studie Indisch Recht werd in 1935 te Utrecht begonnen door 15 jongens en 4 meisjes: een
hechte club. Af en toe werden er juridische colleges van Indisch en Nederlands
Recht gezamenlijk gegeven, bv. oudvaderlands recht in het eerste jaar. Bij al
deze colleges waren de voorste rijen standaard gereserveerd voor de leden van
Utrechts Studenten Corps, die altijd als laatste luidruchtig binnen kwamen.
Bij Javaans recht leerde ze veel over de islam, het hindoeïsme en het boeddhisme.
Dat was erg relativerend in het toen zo rustige en verzuilde Nederland. Vergeet
u ook niet, waarde lezer, dat niet een of ander Midden-Oosten of Noord-Afrikaans
land het grootste moslimland ter wereld is, maar Indonesië. Bij Indisch recht en
Indologie leerden de studenten hoe ze het grote Nederlands-Indië met de zeer
veel culturen en religies konden besturen zodat iedereen er vrede met elkaar
konden leven. Daar zouden de huidige wereldleiders nog wat van kunnen leren.
Haar latere echtgenoot, Karel van Oldenbeek, leerde ze bij Maleise taal, cultuur en
Recht goed kennen. Karel was na zijn gymnasium eerst in militaire dienst
geweest; in 1934 kon hij in Utrecht lid worden van Unitas en Nederlands Recht
gaan studeren.
Strafrecht kreeg ze degelijk en doordacht van prof.Westra. Hij deed zijn best om Nederland
goed te ordenen. Aan het begin van de oorlog werd hij NSBer, vervolgens
burgemeester van `s Gravenhage. Corry heeft en van zijn zoons goed gekend. Hevig
overtuigd van het gevaar van de communisten - we spreken niet over de koude
oorlog, maar over het tijdperk Stalin - werd hij lid van de Waffen SS om Europa
tegen het rode gevaar te verdedigen; hij sneuvelde in Rusland.
De meeste hoogleraren namen de tentamens mondeling thuis af. Toch wat anders dan met
duizend studenten tegelijkertijd een tentamen in een enorme hal maken. Je had
dus als student een hechte band met je hoogleraren. Prof. Nolst Trenité woonde
in Amersfoort, dus toog elke student daar heen - dat vond iedereen heel normaal.
Prof. jhr. Hora Siccama was een aardige man die net als Corry erg van
paardrijden hield.
USTV "De wereld is een speeltoneel; elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel."
Elk jaar vormde USTV, de toneelvereniging van USR een gedegen toneelstuk op, meestal een
première. Deze werd dan ook opgevoerd in de Utrechtse stadsschouwburg. Deze
toneelopvoeringen trokken veel bekijks en kregen ook vaak ruime aandacht en
vrijwel altijd positieve recensies kreeg. Meerdere studentenverenigingen deden
in de jaren dertig fervent en op hoog niveau aan studententoneel. Het dispuut
van het USC, altijd in rood-wit-roze gekleed verdient hij nadrukkelijk ook
vermelding.
De regisseur van USTV was in die jaren een echte, officieel erkende regisseur, Ad
Hooijkaas. Op 10 december 1935 vond de première plaats van `All God’s
chillun’ (=children) got wings’ van de Amerikaanse dramaturg Eugène O’Neill.
Dat ging - hoe modern en politiek correct - over en blank meisje dat uit liefde
met een neger trouwt - amor omnia vincit. Deze blanke schone werd gespeeld door
Ans Jansen, later ab actis Senaat naast de welbekende Rector Senatus Meino
Schrale (1937-1938). Corry vervulde een bijrol - ‘mijn primaire kwaliteiten
lagen elders.’
De Radja
Zomer 1936 werd ze lid van de Novitiaatscommissie: "een mooie taak!". Een
illustere figuur op Symposion die indruk op haar maakte, was mr.drs.Gerlings (
1856 - 1940?). Gefortuneerd als hij was, heeft hij zich breed ontwikkeld, eh...
twintig jaar gestudeerd. In het laatste kwart van de 19e eeuw - zijn
volledige studententijd - was hij actief in de nihilistenvereniging en in en
voor de Utrechtse Studenten Bond (ook wel `Het Bond’) genoemd, voorloper van
USR. Hij kwam regelmatig op Symposion langs, bijna elke avond. "Er werd
gekscherend wel eens gezegd dat de Radjah met USR was getrouwd. Vanwege zijn
lange staat van dienst werd hij tot lid van verdienste van USR gepromoveerd.
Vanwege zijn gelijkende verschijning met de radja van Bandoeng werd hij ook wel
`de radjah’ genoemd. Op zijn verjaardag organiseerde in de jaren twintig en
dertig Senaat en SB van USR voor de radjah een groots diner ter sociëteite waar
hij graag zijn ervaringen en bijzondere verhalen vertelde over de oprichting van
het Bond en Unitas (1876 - 1911) en zijn visie op Unitas (- 1936). Het diner en
de receptie - dat Corry mee heeft georganiseerd - ter gelegenheid van zijn 80e
verjaardag werd groots aangepakt.
1936: het vijfde lustrum
In november 1936 bestond Unitas een kwart eeuw. Dit bijzondere lustrum werd
groots en gretig gevierd. David Redeke schreef meerdere muzikale meezingnummers.
Het thema was ‘Lof der Zotheid’ naar het geniale werk van de grote
humanist Desiderius Erasmus Rotterodamensis. Dat thema grepen veel USRLeden aan
om zich carnavalesk te gedragen.
Vijf dikke vriendinnen, w.o. Hanny van Milaan, Olga Frich en Corry van Baalen, kleden zich
als de pasgeboren Canadese vijfling, een unicum. Het drama dat werd opgevoerd,
uiteraard onder de bezielende leiding van wederom Ad Hooijkaas, heette ‘Alcibiades
gered’, genoemd naar de vreemde, tragische Griekse held Alcibiades. In dit
stuk mocht Corry het viswijf spelen.
Zwartje
In Nederlands-Indië was ze gewend aan exotische dieren. Dat ze graag een grote
hond wilde hebben als studente, mag ons niet verwonderen. Haar herdershond,
Zwartje geheten, mocht zelfs 16 jaar oud worden. Begin 1941 - ze was bezig met
afstuderen - verordonneerden de Duitsers dat alle honden moesten worden
opgebracht; zij zouden de Duitse staat mogen dienen om landmijnen op te sporen
en onschadelijk te maken, vooral aan het Oostfront. Als Zwartje deze wapenrok
had moeten dragen, ware het onwaarschijnlijk dat het arme beest 16 jaar oud was
geworden. Een sympathieke Duitse officier had medelijden met Corry en
confisqueerde haar hond niet.
Zwangere meisjes en tijpen
Toen ze in 1941 afgestudeerd was als Indisch juriste kon ze vanwege de Tweede
Wereldoorlog niet aan de slag in Indië: ze was met haar specifieke universitaire
studie immers primair opgeleid om hogere bestuursfuncties in Indië te kunnen
vervullen. Er zat niets anders op dan in Nederland aanvullende cursussen te
volgen: ze ging een aantal administratieve opleidingen volgen, o.a. steno en
tijpen. Dat laatste woord spreekt ze heel bewust uit met een lange ij en
niet met een y-grecque.
In 1943, na 1,5 jaar werken, huwde ze Karel van Oldenbeek die ze goed kende van Unitas.
Hij kreeg eerst een betrekking in Leeuwarden en vlak daarna in Assen. In de
sobere oorlogsjaren betekende dit kost en inwoning bij anderen. Ze waren
verheugd dat ze in juni 1944 eindelijk een eigen woning kregen. Helaas was de
vreugde van korte duur omdat reeds in september 1944 hun huis werd gevorderd
door de Duitsers om er hordes zwangere meisjes van Pruisische militairen onder
te brengen.
Het verzet
Haar echtgenoot was een van de sleutelfiguren van het verzet in Noord-Nederland.
Als hoofd van de Geheime Dienst Nederland, de GDN, was zijn codenaam Toon II.
Het scheelde weinig of hij had de oorlog niet overleefd. Toon III (in het
burgerleven dhr. Smallenbroek geheten) werd opgepakt en gefusilleerd door de
Duitsers (april 1945)[4].
In de Senaat van Unitas 1938 zat ook Joop - "Jopie" voor intimi - Harmsen. Hij werd na
zijn afstuderen arts te Haren, een mooi dorp nabij Groningen, een soort
Wassenaar van het Noorden. Zijn vrouw, ook USR, werd daar dominee. Jopie was een
van de medewerkers van mr. Karel van Oldenbeek bij de GDN. Tragisch genoeg is
Jopie 8 maart 1945 gefusilleerd als represaillemaatregel voor de mislukte
aanslag op de Duitse nazi Hans Rauter, hoofd van de Nazipolitie in Nederland.
Een ander, heel bekend USRlid dat noemenswaardige eer verdiend voor zijn verzetswerk is de
heer Conny van de Cappelen, voormalig student indologie te Utrecht, Rector
Senatus 1940- 1941 en oprichter van het College der Ephoren 1941- 1943. Hij
sneuvelde eind 1945 in Nederlands-Indië.
>
Aangezien haar man als magistraat ondergronds verbleef, werd zij als represaillemaatregel
door de moffen ondervraagd, gemarteld en uiteindelijk, omdat ze niets los liet,
afgevoerd naar een concentratiekamp. In een sobere beestenwagen werden zo
meerdere vrouwen, Joden en verzetsstrijders een paar dagen en nachten naar de
plaats hunner bestemming gebracht. Corrie hield de moed erin voor haar
medegevangenen en zichzelf door veel te zingen - de opbeurende en bindende
meerwaarde daarvan had ze op USR geleerd.
Zij was gezond genoeg, dus mocht ze blijven leven (sic transit gloria mundi)... Ze werd te
werk gesteld in een fabriek die onderdelen moest maken voor V2raketten. Men
moest daar twaalf uur achtereen slavenarbeid verrichten: de ene week van 6.00
tot 18.00 uur overdag, de andere week van 18.00 uur `s avonds tot 6.00 uur `s
ochtends. Op 13 april 1945 werden zij bevrijd door het 5e Amerikaanse
leger: "wat waren wij blij dat we niet door de communisten zijn bevrijd!"
Na een week wachten werden dertig overlevende vrouwen uit Friesland, Groningen en
Drenthe met vrachtwagens naar hun provincie van herkomst gebracht. Haar man
Karel zat ondergedoken op een boerderij in Smilde. Het toeval wil dat Assen,
door de Canadezen, ook op 13 april 1945 is bevrijd. Haar vader, Wouter van
Baalen, geboren op 22 november 1886 te Utrecht, overleefde de Jappen helaas niet
en overleed aan zijn verwondingen op 25 november 1944. Hij ligt begraven op het
ereveld Kalibanteng bij Semarang op Java.
Haar echtgenoot klom na de oorlog op tot hoofdofficier van justitie te Assen. Bij de
rechterlijke macht werkte van oudsher veel adel. In en vlak na de oorlog was
baron van Dedem zijn baas. Karel kon het goed vinden met Jhr. Mr. De Ranitz -
die werkte als volontair: heel chicque, zo kon men zijn onafhankelijkheid
bewaren. De Ranitz was oprecht anti-Duits; zo erg dat de nazi’s hem interneerden
in het bekende kamp Vught.
Waar zouden we zijn zonder regels?
Vlak na de oorlog kregen Karel en Corry hun eerste kind. Vanwege de ongezonde
voeding en leefsituatie - de ene dag koolraap, de andere dag bieten - werd hun
eersteling treurigerwijs geboren met spina bifida. De arme baby, een van de
naoorlogse slachtoffers van de Duisters, heeft maar kort geleefd. Hierna kregen
zij nog drie kinderen: Francine, Reinier en Freek en zeven kleinkinderen. Naast
haar drukke werkzaamheden voor haar gezin is zij dertig jaar bestuurslid geweest
van de volleybalbond. Toen ze merkte dat sommige clubs met meer of juist minder
dan zes spelers volleybal speelden, greep ze duidelijk in: "Gewoon met zes man
spelen: waar zouden we zouden zonder regels? Ongelijkheid en chaos zouden het
gevolg zijn!"
Pro Unitate,
15 augustus 2009, de dag dat we de capitulatie van Japan herdenken,
Pim Walenkamp